Liturgie Goede Vrijdag 10 april 2020
Liturgie Goede Vrijdag
Voorganger: Ds Dennis vd Zee.
U kunt de dienst vanaf 19:30 volgen via de kerkradio of via het youtubekanaal.
Ga naar NGKV op youtube Ga naar de kerkradio
NLB 562: Ik wil mij gaan vertroosten
1. Ik wil mij gaan vertroosten
in ‘t lijden van mijn Heer,
die zelf bedroefd ten dode
terneerboog keer op keer
en zocht in zijn ellende
naar troost om voort te gaan,
tot hem wil ik mij wenden –
o Jesu, zie mij aan.
2. Hoe sloeg ik ooit uw woorden
weerspannig in de wind,
wilde niet zien of horen
hoezeer ik werd bemind,
mijn leven liep verloren,
uw stem bracht mij tot staan,
U bidt voor wie U hoonden –
o Jesu, zie mij aan.
3. Mijn Heer die om mijn zonden
in doem en duisternis
ontluisterd en geschonden
aan ‘t kruis gehangen is,
al ben ik U onwaardig,
mijn toevlucht is uw naam,
mijn redder, mijn genade –
o Jesu, zie mij aan.
Stil gebed + Votum en Groet
Lied GK243 (Opw 125) Heer ik kom tot U.
Heer, ik kom tot U
hoor naar mijn gebed
Vergeef mijn zonden nu
en reinig mijn hart
Met uw liefde, Heer
kom mij tegemoet
nu ik mij tot U keer
en maak alles goed
Zie mij voor U staan
zondig en onrein
O, Jezus raak mij aan
van U wil ik zijn
Jezus op uw woord
vestig ik mijn hoop
U leeft en U verhoort
mijn bede tot U
Genadewoord: Jesaja 53:5-7 NBV
5 Om onze zonden werd hij doorboord,
om onze wandaden gebroken.
Voor ons welzijn werd hij getuchtigd,
zijn striemen brachten ons genezing.
6 Wij dwaalden rond als schapen,
ieder zocht zijn eigen weg;
maar de wandaden van ons allen
liet de HEER op hem neerkomen.
7 Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet
en deed zijn mond niet open.
Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid,
als een ooi die stil is bij haar scheerders
deed hij zijn mond niet open.
Lied: NLB 576a O hoofd vol bloed en wonden (Erik en Manon)
1. O hoofd vol bloed en wonden,
bedekt met smaad en hoon,
o hoofd zo wreed geschonden,
uw kroon een doornenkroon,
o hoofd eens schoon en heerlijk
en stralend als de dag,
hoe lijdt Gij nu zo deerlijk
Ik groet U vol ontzag
4. Houdt Gij mij in uw hoede,
Gij die uw schapen telt,
o bron van al het goede,
waaruit mijn leven welt.
Gij die mijn ziel wilt laven
met liefelijke spijs,
Gij overstelpt met gaven
tot in het paradijs.
5. Ik dank U o mijn vrede,
mijn God die met mij gaat,
voor wat Gij hebt geleden
aan bitterheid en smaad.
Geef dat ik trouw mag wezen,
want Gij zijt trouw en goed.
Ik volg U zonder vrezen,
wanneer ik sterven moet.
Gebed om verlichting
Schriftlezing: Markus 15:20-39 NBV
20 Nadat ze hem zo hadden bespot, trokken ze hem het purperen gewaad uit en deden hem zijn kleren weer aan.
Toen brachten ze hem naar buiten om hem te kruisigen.
21 Ze dwongen een voorbijganger die net de stad binnenkwam, Simon van Cyrene, de vader van Alexander en Rufus, om het kruis te dragen.
22 Ze brachten hem naar Golgota, wat in onze taal ‘schedelplaats’ betekent.
23 Ze wilden hem met mirre vermengde wijn geven, maar hij nam die niet aan.
24 Ze kruisigden hem en verdeelden zijn kleren onder elkaar; ze dobbelden erom wie wat zou krijgen.
25 Het was in het derde uur na zonsopgang toen ze hem kruisigden.
26 Het opschrift met de aanklacht tegen hem luidde: ‘De koning van de Joden’.
27 Samen met hem kruisigden ze twee misdadigers, de een rechts van hem, de ander links. –
29 De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met hem: ‘Ach, kijk nu toch eens! Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt,
30 red jezelf toch door van het kruis af te komen.’
31 Ook de hogepriesters en de schriftgeleerden maakten onder elkaar zulke spottende opmerkingen: ‘Anderen heeft hij gered, maar zichzelf redden kan hij niet; 32 laat die messias, die koning van Israël, nu van het kruis afkomen. Als we dat zien, zullen we geloven!’ Ook de twee andere gekruisigden beschimpten hem.
33 Op het middaguur viel er een duisternis over het hele land, die drie uur aanhield.
34 Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem: ‘Eloï, Eloï, lema sabachtani?’, wat in onze taal betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’
35 Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: ‘Hoor, hij roept Elia!’
36 Iemand ging snel een spons halen, doordrenkte die met zure wijn, stak de spons op een stok en probeerde hem te laten drinken, terwijl hij zei: ‘Laten we eens kijken of Elia komt om hem eraf te halen.’
37 Maar Jezus slaakte een luide kreet en blies de laatste adem uit.
38 En het voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot onder in tweeën.
39 Toen de centurio, die recht tegenover hem stond, hem zo zijn laatste adem zag uitblazen, zei hij: ‘Werkelijk, deze mens was Gods Zoon.’
Lied NLB 578 O kostbaar kruis, o wonder Gods (Erik en Manon)
1. O kostbaar kruis, o wonder Gods,
waaraan de Prins der glorie stierf.
Ik wil om u zijn zonder trots,
ik acht verlies wat u verwierf.
2. En door zijn dood en door zijn bloed,
is nu de wereld dood voor mij.
Ik ben gestorven, maar voor goed,
van heel de dode wereld vrij.
3. De aarde zelf is veel te klein,
voor wie u waarlijk loven wil.
Uw liefde is een groot geheim,
zij vraagt geheel mijn hart en ziel.
Verkondiging
Lied: Opwekking 615 Waardig is het lam.
Dank U voor het kruis Heer,
Dank U dat U stierf voor mij.
U droeg al mijn schuld mijn pijn;
nu ben ik rein;
Uw liefde wast mij schoon.
Dank U voor offer;
vastgenageld aan het kruis .
Liefdevol vergeeft U mij,
U leeft in mij
En omarmt mij als Uw zoon
Refrein:
Waardig is het Lam
zittend op de troon.
Zegenvierend voor altijd
draagt U de hoogste kroon.
Hoog verheven Heer
Jezus, zoon van God.
De hemel gaf ons haar grootste schat.
Waardig is het Lam
Waardig is het Lam
Dank U voor het kruis Heer,
Dank U dat U stierf voor mij.
U droeg al mijn schuld mijn pijn;
nu ben ik rein;
Uw liefde wast mij schoon.
Dank U voor offer;
vastgenageld aan het kruis .
Liefdevol vergeeft U mij,
U leeft in mij
En omarmt mij als Uw zoon
Refrein
Geven
Dankgebed en voorbede
Lied: Opwekking 428: Genade zo oneindig groot
Genade, zo oneindig groot
dat ik, die ’t niet verdien
het leven vond, want ik was dood
en blind, maar nu kan ‘k zien
Want Jezus droeg mijn zondelast
en tranen aan het kruis.
Hij houdt mij door genade vast
en brengt mij veilig thuis.
Als ik daar in zijn heerlijkheid
mag stralen als de zon
dan prijs ik Hem in eeuwigheid
dat ik genade vond
Zegen
Lied: Opwekking 575: Jezus alleen, ik bouw op hem.
Jezus alleen, ik bouw op Hem,
Hij is mijn hoop, mijn lied, mijn kracht.
Door stormen heen hoor ik Zijn stem,
dwars door het duister van de nacht.
Zijn woord van liefde dat mij sust,
verdrijft mijn angst, nu vind ik rust.
Mijn vaste grond, mijn fundament,
dankzij Zijn liefde leef ik nu.
Jezus alleen werd mens als wij,
klein als een kind, in kwetsbaarheid.
Oneindig veel hield Hij van mij,
leed om mijn ongerechtigheid.
En door Zijn offer werd ik vrij,
Hij droeg mijn straf, Hij stierf voor mij,
ontnam de dood Zijn heerschappij;
dankzij Zijn sterven leef ik nu.
Daar in het graf, in dood gehuld,
leek als Zijn macht te niet gedaan.
Maar, o die dag, dat werd vervuld,
Jezus, de Heer is opgestaan.
Sinds Hij verrees in heerlijkheid,
ben ik van vloek en schuld bevrijd.
Ik leef in Hem en Hij in mij;
dankzij Zijn bloed ben ik nu vrij.
Geen levensangst, geen stervensnood;
dat is de kracht, waar ik in sta.
Van eerste stap tot aan de dood,
leidt Hij de weg waarop ik ga.
Geen duivels plan of aards bestaan,
kan mij ooit roven uit Zijn hand.
Als Hij verschijnt, roept Hij mijn naam;
in die verwachting houd ik stand.
In Hem alleen, in Hem alleen.