Kerkdienst zondag 6 juli 2025 9:30 uur.
Voorganger: Dr R.T. de Velde
Deze dienst wordt live uitgezonden via Youtube en de kerkradio.
Ga naar NGKV op youtube
Ga naar de kerkradio
Votum (gezongen)/groet
Zingen: Psalm 63:1, 2 “O God, mijn God, ik zoek uw hand”
1. O God, mijn God, ik zoek uw hand,
ik dorst naar U, blijf op U wachten.
Zie hoe mijn ziel en lichaam smachten
naar U in droog en dorstig land.
Zo sloeg ik steeds op U mijn ogen,
als ik uw heilig huis bezocht,
uw heerlijkheid aanschouwen mocht
en vreugde vond in uw vermogen.
2. Uw liefde is het hoogste goed
dat U, o God, mij hebt gegeven,
uw trouw is beter dan het leven,
U bent het die mij juichen doet.
Ik wil U prijzen al mijn dagen,
waartoe uw goedheid mij bewoog,
mijn handen hef ik naar omhoog,
om heel mijn hart U op te dragen.
Wet van de HEER
Zingen Psalm 63:3
3. Dit is de spijze die mij voedt,
dat ik U prijs in stille nachten
en overleg in mijn gedachten,
hoe U mij altijd hebt behoed.
U wilt mij met uw vleugels dekken.
Dan juicht mijn ziel, uw naam ter eer,
zij hangt geheel U aan, o Heer.
Geen mens kan uit uw hand mij trekken.
Gebed
Lezen: Psalm 42
1 Voor de koorleider. Een kunstig lied van de Korachieten.
2 Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
zo smacht mijn ziel
naar U, o God.
3 Mijn ziel dorst naar God,
naar de levende God,
wanneer mag ik nader komen
en voor God verschijnen?
4 Tranen zijn mijn brood,
bij dag en bij nacht,
want heel de dag hoor ik zeggen:
‘Waar is dan je God?’
5 Weemoed vervult mijn ziel
nu ik mij herinner hoe
ik meeliep in een dichte stoet
en optrok naar het huis van God –
een feestende menigte,
juichend en lovend.
6 Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij.
Vestig je hoop op God,
eens zal ik Hem weer loven,
mijn God, die mij ziet en redt.
7 Mijn ziel is bedroefd,
daarom denk ik aan U,
hier in het land van de Jordaan,
bij de Hermon, op de top van de Misar.
8 De roep van vloed naar vloed,
de stem van uw waterstromen –
al uw golven slaan
zwaar over mij heen.
9 Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde,
’s nachts klinkt een lied in mij op,
een gebed tot de God van mijn leven.
10 Tot God, mijn rots, wil ik zeggen:
‘Waarom vergeet U mij,
waarom ga ik gehuld in het zwart,
door de vijand geplaagd?’
11 Mij gaat door merg en been
de hoon van mijn belagers,
want ze zeggen heel de dag:
‘Waar is dan je God?’
12 Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij.
Vestig je hoop op God,
eens zal ik Hem weer loven,
mijn God, die mij ziet en redt.
Zingen: Opwekking 703 “Zoals een hinde”
Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
zo smacht mijn ziel naar U, O God.
Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
Zo smacht mijn ziel naar U.
Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
zo smacht mijn ziel naar U, O God.
Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
Zo smacht mijn ziel naar U.
Ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij;
vestig je hoop op God.
Eens zal ik Hem weer loven,
mijn God die mij ziet
en mij redt!
Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
zo smacht mijn ziel naar U, O God.
Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
Zo smacht mijn ziel naar U.
Ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij;
vestig je hoop op God.
Eens zal ik Hem weer loven,
mijn God die mij ziet
en mij redt!
Overdag bewijst Hij mij zijn liefde
In de nacht, dan klinkt er een lied in mij op
Overdag bewijst Hij mij zijn liefde
In de nacht, dan klinkt er een lied in mij op
Overdag bewijst Hij mij zijn liefde,
in de nacht, dan klinkt er een lied in mij op.
Overdag bewijst Hij mij zijn liefde,
in de nacht, dan klinkt er een lied in mij op,
een gebed tot de God van mijn leven.
Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
zo smacht mijn ziel naar U, O God.
Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
Zo smacht mijn ziel naar U.
Lezen Johannes 4:6-26 [beginnen bij “Jezus was vermoeid …”]
6b Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur.
7 Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef Mij wat te drinken.’
8 Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen.
9 De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt U, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ (Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om.)
10 Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u Hém erom vragen en dan zou Hij u levend water geven.’
11 ‘Maar heer,’ zei de vrouw, ‘U hebt geen emmer, en de put is diep – waar wilt U dan levend water vandaan halen?
12 U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader? Hij heeft ons die put gegeven en er zelf nog uit gedronken, en ook zijn zonen en zijn vee.’
13 Jezus antwoordde: ‘Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen,
14 maar wie het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat Ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’
15 ‘Geef mij dat water, heer,’ zei de vrouw, ‘dan zal ik geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten.’
16 Toen zei Jezus tegen haar: ‘Ga uw man eens roepen en kom dan weer terug.’
17 ‘Ik heb geen man,’ zei de vrouw. ‘U hebt gelijk als u zegt dat u geen man hebt,’ zei Jezus,
18 ‘u hebt vijf mannen gehad, en degene die u nu hebt is uw man niet. Wat u zegt is waar.’
19 Daarop zei de vrouw: ‘Ik begrijp dat U een profeet bent, heer.
20 Onze voorouders vereerden God op deze berg, en bij u zegt men dat in Jeruzalem de plek is waar God vereerd moet worden.’
21 ‘Geloof Me,’ zei Jezus, ‘er komt een tijd dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden.
22 Jullie vereren wat je niet kent, wij vereren wat we kennen; de redding komt immers van de Joden.
23 Maar er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, Hem aanbidt vervuld van Geest en waarheid. De Vader zoekt mensen die Hem zo aanbidden,
24 want God is Geest, dus wie Hem aanbidt, moet dat doen vervuld van Geest en waarheid.’
25 De vrouw zei: ‘Ik weet wel dat de messias zal komen,’ (dat betekent ‘gezalfde’) ‘wanneer hij komt zal hij ons alles vertellen.’
26 Jezus zei tegen haar: ‘Ik ben het, degene die met u spreekt.’
Zingen Opwekking 642 “De rivier”
Al mijn zonden, al mijn zorgen,
neem ik mee naar de rivier.
Heer, vergeef mij en genees mij.
Vader, kom, ontmoet mij hier.
Want dit water brengt nieuw leven
en verfrist mij elke dag.
‘t Is een stroom van Uw genade,
waar ‘k U steeds ontmoeten mag.
Refrein:
Here Jezus, neem mijn leven,
ik leg alles voor U neer.
Leid mij steeds weer naar het water;
‘k wil U daar ontmoeten, Heer.
Kom ontvang een heel nieuw leven,
kom en stap in de rivier.
Jezus roept je, Hij verwacht je
en Hij zegt: “ontmoet mij hier”.
(Refrein)
Leid mij steeds weer naar het water;
‘k wil U daar ontmoeten, Heer.
Tekst Psalm 42:1-6 [niet opnieuw lezen]
1 Voor de koorleider. Een kunstig lied van de Korachieten.
2 Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
zo smacht mijn ziel
naar U, o God.
3 Mijn ziel dorst naar God,
naar de levende God,
wanneer mag ik nader komen
en voor God verschijnen?
4 Tranen zijn mijn brood,
bij dag en bij nacht,
want heel de dag hoor ik zeggen:
‘Waar is dan je God?’
5 Weemoed vervult mijn ziel
nu ik mij herinner hoe
ik meeliep in een dichte stoet
en optrok naar het huis van God –
een feestende menigte,
juichend en lovend.
6 Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij.
Vestig je hoop op God,
eens zal ik Hem weer loven,
mijn God, die mij ziet en redt.
Preek
Zingen Psalm 42:1, 2, 3 “Heer, een hert in dorre streken”
1. Heer, een hert in dorre streken
smacht niet sterker naar ‘t genot
van de koele waterbeken
dan mijn ziel naar U, o God.
Ja, ik dorst naar God, die leeft,
God, die gunst en liefde geeft.
Wanneer zal ik met de zijnen
voor Gods aangezicht verschijnen?
2. Tranen heb ik bij mijn klagen
tot mijn voedsel dag en nacht,
daar men honend mij durft vragen:
waar is God, door u verwacht?
Hieraan denk ik in mijn smart,
hoe ik vroeger, blij van hart,
voor de stoet uit naar Gods woning
opging tot mijn God en koning.
3. O mijn ziel, zozeer verslagen,
waarom bent u zo ontrust?
Hoop op God, uw heil zal dagen,
vind weer in zijn lof uw lust.
Ook al treft u smaad en spot,
uw verlosser is uw God.
Hoop op Hem en zie naar boven,
want ik zal mijn God nog loven.
Dankgebed
Collecte
Slotzang Liedboek 653:1, 3, 7 “U kennen, uit en tot U leven”
1. U kennen, uit en tot U leven,
Verborgene die bij ons zijt,
zolang ons ’t aanzijn is gegeven,
de aarde en de aardse tijd, –
o Christus, die voor ons begin
en einde zijt, der wereld zin!
3. Gij zijt het water ons ten leven;
de bronnen van de eeuwigheid
zijn ons ter lafenis gegeven,
zijn doorgebroken in de tijd.
O Gij, die als een bron ontspringt
in elk die tot U komt en drinkt.
7. O Christus, ons van God gegeven,
Gij tot in alle eeuwigheid
de weg, de waarheid en het leven,
Gij zijt de zin van alle tijd.
Vervul van dit geheimenis
uw kerk die in de wereld is.
Zegen
Gezongen Amen
Geven:
maak uw gift over op de rekening van de diaconie van een van beide kerken.
de Rank: NL 81 RABO 0157 6741 34
Goede Herderkerk: NL 70 RABO 0159 1200 20