Kerkdienst 13 juli
Kerkdienst zondag 13 juli 2025 9:30 uur.
Voorganger: Ds Johannes van Beveren
Deze dienst wordt live uitgezonden via Youtube en de kerkradio.
Ga naar NGKV op youtube Ga naar de kerkradioEredienst IJsselmuiden 13-7-25
Welkom, afkondigingen
Votum (gezongen) groet en amen (gez)
Zingen psalm 122 DNP
1. Ik spring van blijdschap op wanneer
vrienden mij vragen mee te gaan –
Jeruzalem, ik kom eraan;
ik sta al klaar, huis van de HEER!
Vol vrolijkheid ga ik op pad.
Mijn lied zwelt aan als ik de stad
met eigen ogen kan bekijken.
We gaan verheugd de poorten door.
De lofzang van het pelgrimskoor
weerklinkt tot wij Gods huis bereiken.
2. Jeruzalem toont mij haar pracht:
een oogverblindend meesterwerk.
De stadsmuur is massief en sterk,
een teken van Gods trouw en macht.
De stammen komen daar elk jaar
door God genodigd bij elkaar
om Hem te danken en te eren.
Daar zijn de zetels neergezet,
daar troont sinds David recht en wet;
van daaruit zal de HEER regeren.
3. Bid dat de HEER zijn vrede geeft,
Jeruzalem van rust geniet,
haar vestingwal bescherming biedt,
wie van haar houdt in welvaart leeft.
Het is voor elk familielid
en voor mijn vrienden dat ik bid
om voorspoed, veiligheid en vrede.
Maar om Gods huis is het vooral
dat ik voor Sion bidden zal,
de mooiste stad van alle steden.
Bidden
Lezen Matteus 25: 31-46
31 Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal Hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon.
32 Dan zullen alle volken voor Hem worden samengebracht en zal Hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt;
33 de schapen zal Hij rechts van zich plaatsen, de bokken links.
34 Dan zal de koning tegen de groep aan zijn rechterzijde zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is.
35 Want Ik had honger en jullie gaven Mij te eten, Ik had dorst en jullie gaven Mij te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen Mij op,
36 Ik was naakt en jullie kleedden Mij. Ik was ziek en jullie bezochten Mij, Ik zat gevangen en jullie kwamen naar Mij toe.”
37 Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven?
38 Wanneer hebben wij U als vreemdeling gezien en opgenomen, U naakt gezien en gekleed?
39 Wanneer hebben wij gezien dat U ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar U toe gekomen?”
40 En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de geringsten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor Mij gedaan.”
41 Daarop zal Hij ook de groep aan zijn linkerzijde toespreken: “Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen.
42 Want Ik had honger en jullie gaven Mij niet te eten, Ik had dorst en jullie gaven Mij niet te drinken.
43 Ik was een vreemdeling en jullie namen Mij niet op, Ik was naakt en jullie kleedden Mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten Mij niet.”
44 Dan zullen ook zij antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien of dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis en hebben wij niet voor U gezorgd?”
45 En Hij zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van deze geringste mensen niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor Mij niet gedaan.”
46 Hun staat eeuwige bestraffing te wachten, de rechtvaardigen daarentegen het eeuwige leven.’
Zingen Elly & Rikkert: ik was hongerig
Ik was hongerig en jij gaf Mij te eten
Toen Ik dorst had bood je Mij je beker aan
En wat je ooit gedaan hebt aan de minste van Mijn broeders
Zegt Jezus
Dat heb jij aan Mij gedaan
Toen Ik koud was gaf je Mij je eigen kleren
Ik was een vreemdeling jij liet Mij binnengaan
En wat je ooit gedaan hebt aan de minste van Mijn broeders
Zegt Jezus
Dat heb jij aan Mij gedaan
Toen Ik ziek was ben jij mij komen helpen
Ik was gevangen jij ging niet bij Mij vandaan
En wat je ooit gedaan hebt aan de minste van Mijn broeders
Zegt Jezus
Dat heb jij aan Mij gedaan
Verkondigen
Zingen opwekking 249 heer wat een voorrecht
Heer, wat een voorrecht
om in liefde te gaan,
schouder aan schouder
in uw wijngaard te staan,
samen te dienen, te zien wie U bent,
want uw woord maakt uw wegen bekend.
Refrein:
Samen op weg gaan, dat is ons gebed,
als een volk, dat juist daarvoor
door U apart is gezet.
Vol van uw liefde, genade en kracht,
als een lamp, die nog schijnt in de nacht.
Samen te strijden in woord en in werk.
E‚n zijn in U, dat alleen maakt ons sterk.
Delen in vreugde, in zorgen, in pijn,
als uw kerk, die waarachtig wil zijn.
Gebed
Belijden: zingen GK 176: 1a, 2v, 3a, 4m, 5a
1. (allen)
‘k Geloof in God, de Vader, die uit niets
geschapen heeft zijn hemelwoning,
almachtig in het leven riep
de aarde met de mens als koning.
God die met kracht in eeuwigheid
regeert door zijn voorzienigheid,
zal aan zijn vaderhand mij leiden
met trouw in voor- en tegenspoed,
om Christus’ wil mij veilig weiden,
zoals een goede herder doet.
2. (vrouwen)
‘k Geloof in God de Zoon, zijn enig kind,
in Jezus, redder van de zonden,
zodat geen kwaad de machtsstrijd wint.
Bevrijder is Hij door zijn wonden,
de Christus, onze sterke Heer,
die ik als Priester-Koning eer,
Profeet en allerhoogste Leraar.
Ontvangen van de Heilge Geest,
geboren uit de maagd Maria,
is Hij als mens bij ons geweest.
3. (allen)
Gods oordeel heeft Hij moeten ondergaan
als onze middelaar, de Christus;
Hij heeft als offerlam gestaan
voor rechter Pontius Pilatus.
Hij leed aan ‘t kruis, door God vervloekt,
schonk leven door zijn kostbaar bloed.
Hij stierf voor ons en werd begraven;
met helse smart heeft Hij betaald.
Nu zal ik zonden steeds meer haten,
zie hoe het eeuwig leven straalt.
4. (mannen)
De derde dag stond Hij, de vorst, weer op:
de sterke dood was overwonnen.
Daarna voer Hij ten hemel op;
Hij pleit voor vrijspraak van de zonden.
Gezeten aan Gods rechterhand
zendt Hij zijn Geest als tegenpand;
als koning geeft Hij zijn geboden,
totdat Hij nog eens komen zal
en oordeelt levenden en doden
na glorieus bazuingeschal.
5. (allen)
‘k Geloof in God, de Heilge Geest, die troost
en hoop aan Christus’ kerk wil geven.
‘k Geloof een kerk, die wereldwijd
verbonden is in leer en leven;
als bruid van Christus, die haar leidt,
is zij getooid met heiligheid.
‘k Belijd vergeving van de zonden.
Ik weet: mijn vlees wordt opgewekt
en zal dan, met mijn ziel verbonden,
weer leven, eeuwig onbevlekt.
Geven in de collecte
Zingen psalm 145: 1, 3, 4 DNP
1. Mijn God en koning, ik wil toegewijd
uw naam verhogen tot in eeuwigheid.
Ik breng U dankbaar hulde, elke dag;
ik prijs uw naam zolang ik leven mag:
‘Hij is de lofzang waard! Laat heel de aarde
Hem eren en zijn koningschap aanvaarden.
De HEER is groot, door niets wordt Hij gebonden;
geen mens die ooit zijn grootheid kan doorgronden.’
3. Genadig en vol liefde is de HEER.
Hij heeft geduld, Hij redt ons keer op keer.
Hij deelt zijn gaven uit aan groot en klein;
zijn schepping mag bij Hem geborgen zijn.
Laat alles wat U maakte voor U buigen,
U prijzen, van uw koningschap getuigen.
Laat ieder uw gezag en daden eren,
verkondigen dat U steeds zult regeren.
4. De eeuwen door bezit U alle macht;
uw heerschappij omvat het nageslacht.
Wie onderuitgaat, helpt U overeind;
verdrukten richt U op, hun last verdwijnt.
U houdt uw handen vol ontferming open;
U zegent boven bidden, boven hopen.
Gul deelt U uit aan mensen en aan dieren;
zij mogen dag aan dag het leven vieren.
Zegen
Zingen LB 415: 3 Amen, amen, amen
3. Amen, amen, amen!
Dat wij niet beschamen
Jezus Christus onze Heer,
amen, God, uw naam ter eer!
Geven:
maak uw gift over op de rekening van de diaconie van een van beide kerken.
de Rank: NL 81 RABO 0157 6741 34
Goede Herderkerk: NL 70 RABO 0159 1200 20
