Kerkdienst 25 mei
Kerkdienst zondag 25 mei 2025 9:30 uur.
Voorganger: Ds Johannes van Beveren
Deze dienst wordt live uitgezonden via Youtube en de kerkradio.
Ga naar NGKV op youtube Ga naar de kerkradioVooraf zingen: morgenlicht
In de stilte van de morgen,
als de wereld weer ontwaakt,
ik de vogels zacht hoor fluiten
en de zon voel door de ruiten.
In de stilte van de morgen,
als mijn adem wolkjes blaast
en de nieuwe dag begint,
bid ik dat uw liefde wint
in wat ik doe vandaag
Refrein:
Met open handen en een dankbaar hart
geef ik me over, maak een nieuwe start.
In het morgenlicht
zie ik uw gezicht.
In de stilte van de morgen
ga ik eerst op zoek naar U.
In uw trouw ben ik geborgen;
U zult altijd voor mij zorgen.
In de stilte van de morgen
nodig ik U bij mij uit.
Bewoon de kamers van mijn hart,
overstem wat mij verwart.
Heer, maak mij tot uw thuis.
Refrein:
Met open handen en een dankbaar hart
geef ik me over, maak een nieuwe start.
In het morgenlicht
zie ik uw gezicht.
In de stilte van de morgen
zing ik: Heer, U bent zo goed.
Wie ben ik dat U mijn leven
in uw plannen hebt geweven?
In de stilte van de morgen
leg ik alles voor u neer.
Al mijn zorgen en mijn zonden
houden mij niet meer gebonden,
want ik weet: U bent mijn Heer
Refrein:
Met open handen en een dankbaar hart
geef ik me over, maak een nieuwe start.
In het morgenlicht
zie ik uw gezicht.
Welkom en afkondigingen
Opw 640 ik hef mijn ogen (votum)
Ik hef mijn ogen op naar de bergen,
waar komt mijn hulp vandaan?
Ik hef mijn ogen op naar U, Heer,
die mij bij zal staan.
Mijn hulp is van U, Heer,
die alles heeft gemaakt.
U zult voorkomen dat ik wankel of val.
U bent mijn beschermer
die over mij waakt,
die niet sluimeren of slapen zal.
Wat kan mij gebeuren
door zon of door maan?
U bent mijn schaduw,
U bent er altijd.
Bewaart heel mijn leven;
mijn komen en gaan,
U beschermt mij tot in eeuwigheid.
Mijn hulp is van U, Heer!
Groet en amen
Opw 125 Heer ik kom tot u
Heer, ik kom tot U,
hoor naar mijn gebed.
Vergeef mijn zonden nu,
en reinig mijn hart.
Met uw liefde, Heer,
kom mij tegemoet,
nu ik mij tot U keer,
en maak alles goed.
Zie mij voor U staan,
zondig en onrein.
O, Jezus raak mij aan,
van U wil ik zijn.
Jezus op uw woord,
vestig ik mijn hoop.
U leeft en U verhoort
mijn bede tot U.
Bidden
Kindmoment
Kinderlied: opw 42: ‘k stel mijn vertrouwen
‘k Stel mijn vertrouwen
op de Heer, mijn God.
Want in zijn hand
ligt heel mijn levenslot.
Hem heb ik lief,
zijn vrede woont in mij.
‘k Zie naar Hem op en ‘k weet:
Hij is mij steeds nabij.
Lezen Handelingen 6:8 – 7:7 en 7:35-39 en 7:44-60
Stefanus
8 Stefanus verrichtte dankzij Gods genade en kracht grote wonderen en tekenen onder het volk.
9 Enkele leden van de synagoge van de Vrijgelatenen, waartoe ook Joden uit Cyrene en Alexandrië behoorden, evenals Joden uit Cilicië en Asia, kwamen echter in verzet en begonnen met hem te redetwisten,
10 maar ze konden niet op tegen zijn wijsheid en tegen de Geest die hem bezielde.
11 Daarop zetten ze anderen ertoe aan te verklaren dat ze hadden gehoord dat Stefanus Mozes en God had gelasterd.
12 Ook het volk hitsten ze op, evenals de oudsten en de schriftgeleerden. Ten slotte namen ze Stefanus gevangen en brachten hem voor het Sanhedrin.
13 Ze lieten valse getuigen komen, die verklaarden: ‘Deze man keert zich steeds weer tegen de tempel en de wet,
14 want we hebben hem horen zeggen dat Jezus van Nazaret de heilige plaats zal afbreken en de gebruiken die Mozes ons heeft overgeleverd zal veranderen.’
15 Alle leden van het Sanhedrin vestigden hun blik op Stefanus en zagen dat zijn gezicht leek op dat van een engel.
1 De hogepriester vroeg: ‘Is dat waar?’
2 Stefanus antwoordde: ‘Broeders, vaders van ons volk, luister naar wat ik u te zeggen heb. Toen onze voorvader Abraham nog in Mesopotamië woonde, voordat hij zich in Charan vestigde, verscheen God in al zijn luister aan hem
3 en zei: “Trek weg uit je land, verlaat je familie, en ga naar het land dat Ik je zal wijzen.”
4 Toen trok Abraham weg uit het land van de Chaldeeën en vestigde zich in Charan. Na de dood van zijn vader bracht God hem naar dit land, waar u nu woont.
5 Hij gaf hem hier zelfs niet het kleinste stuk grond in eigendom, maar beloofde wel dat hij en zijn nakomelingen het eens in bezit zouden krijgen, ook al had hij toen nog geen zoon.
6 God zei tegen Abraham dat zijn nakomelingen vierhonderd jaar in een vreemd land zouden wonen, waar ze in slavernij zouden leven en slecht behandeld zouden worden.
7 “Maar,” zo luidden Gods woorden, “het volk dat ze als slaaf zullen dienen, zal Ik straffen, en daarna zullen ze wegtrekken en Mij vereren op de heilige plaats.”
Lezen Handelingen 7:35-39
35 Het was deze Mozes die door zijn volksgenoten werd afgewezen met de woorden: “Wie heeft jou als leider en rechter aangesteld?” Maar God zond hem als leider en bevrijder naar hen toe, door tussenkomst van de engel die in de doornstruik aan hem verschenen was.
36 Het was deze Mozes die het volk wegleidde uit Egypte onder het verrichten van tekenen en wonderen, niet alleen in Egypte, maar ook bij de Rode Zee en in de woestijn, veertig jaar lang.
37 Mozes was het die tegen de Israëlieten zei: “God zal in uw midden een profeet zoals ik laten opstaan.” 38 Hij was het die, toen het volk in de woestijn bijeen was, als bemiddelaar optrad tussen onze voorouders en de engel die op de Sinai tegen hem sprak, hij was het die de levenbrengende woorden ontving om ze aan ons door te geven.
39 Maar onze voorouders wilden hem niet gehoorzamen: ze wezen hem af en verlangden terug naar Egypte.
Lezen Handelingen 7:44-60
44 Onze voorouders hadden in de woestijn de verbondstent bij zich, gemaakt in opdracht van de engel die met Mozes sprak, naar het ontwerp dat Mozes had gezien.
45 Onze voorouders hadden deze tent bij zich toen ze onder leiding van Jozua het land veroverden van de volken die God voor hen verdreef; dit duurde tot in de tijd van David.
46 David werd door God begunstigd en vroeg om een heiligdom voor het volk van Jakob.
47 Maar het was Salomo die voor God een tempel bouwde.
48 Toch woont de Allerhoogste niet in een huis dat door mensenhanden is gemaakt, zoals de profeet zegt:
49 “De hemel is mijn troon, de aarde mijn voetenbank. Hoe zouden jullie dan een huis voor Mij kunnen bouwen – zegt de Heer –, een plaats waar Ik kan rusten?
50 Heb Ik dit alles niet met eigen handen gemaakt?”
51 Maar u bent halsstarrig, onbesneden van hart en van oren; steeds weer verzet u zich tegen de heilige Geest, zoals uw voorouders ook al deden.
52 Wie van de profeten hebben uw voorouders niet vervolgd? Degenen die de komst van de rechtvaardige aankondigden hebben ze gedood, en zelf hebt u nu de rechtvaardige verraden en vermoord,
53 u die de wet ontvangen hebt door tussenkomst van de engelen, maar er niet naar hebt geleefd.’
54 Toen ze dit hoorden, werden ze razend op hem, ze knarsetandden van woede.
55 Maar vervuld van de heilige Geest sloeg Stefanus zijn blik op naar de hemel en zag de luister van God, en Jezus, die aan Gods rechterhand stond,
56 en hij zei: ‘Ik zie de hemel geopend en de Mensenzoon, die aan Gods rechterhand staat.’
57 Maar ze schreeuwden en tierden, hielden hun handen voor hun oren en stormden met zijn allen op hem af.
58 Ze dreven hem de stad uit om hem te stenigen. De getuigen gaven hun mantel in bewaring bij een jongeman die Saulus heette.
59 Terwijl Stefanus gestenigd werd, riep hij uit: ‘Heer Jezus, ontvang mijn geest.’
60 Hij viel op zijn knieën en riep luidkeels: ‘Heer, reken hun deze zonde niet aan!’ En na deze woorden stierf hij.
Verkondiging
Zingen: Mijn toevlucht (Sela)
De Heer is je schild en bevrijder,
de redder die niet van je wijkt.
Onder zijn vleugels ben je veilig.
Zijn wieken beschermen.
Zijn trouw is een veilig schild.
In Gods nabijheid is geen angst meer
voor de plaag van de dag.
Jou zal niets overkomen;
open je ogen
en zie dat het kwaad vergaat.
Refrein:
Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste woont
en overnacht in zijn schaduw,
zegt tegen de Heer:
Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God! Ik vertrouw op U.
Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God! Ik vertrouw op U.
Als je mag wonen bij de Hoogste
ben je veilig voor het kwaad.
Engelen zullen je dragen.
Je zult je niet stoten,
maar vertrapt de tegenstand.
Refrein:
Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste woont
en overnacht in zijn schaduw,
zegt tegen de Heer:
Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God! Ik vertrouw op U.
Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God! Ik vertrouw op U.
Bridge:
Ik bevrijd wie mij liefheeft
en bescherm wie mij kent.
Roep je mij aan, ik geef antwoord.
In de nood ben ik bij je
en bevrijd je van angst.
Ik zal roem en overvloed geven.
Ik zal je redding zijn.
Ik zal je redding zijn.
Refrein:
Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God! Ik vertrouw op U.
Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God! Ik vertrouw op U.
Bidden
Leefregel
Zingen: LB 885 Groot is uw trouw
Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader.
Er is geen schaduw van omkeer bij U.
Ben ik ontrouw, Gij blijft immer dezelfde
die Gij steeds waart, dat bewijst Gij ook nu.
Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden,
en uw nabijheid, die sterkt en die leidt:
Kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst.
Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.
Refrein:
Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer,
iedere morgen aan mij weer betoond.
Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.
Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.
Zomer en wintertijd, najaar en voorjaar
Zon maan en sterren in hemelse baan
Tonen zo duid’lijk Uw Godd’lijke wijsheid,
Uw grote trouw die zal blijven bestaan.
Refrein:
Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer,
iedere morgen aan mij weer betoond.
Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.
Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.
Bridge:
Groot is uw trouw ied’re morgen opnieuw
Groot is uw trouw, U blijft altijd dezelfde
Groot is uw trouw die zal blijven bestaan
Groot is uw trouw tot in eeuwigheid
Refrein:
Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer,
iedere morgen aan mij weer betoond.
Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.
Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.
Geven
LB 428 overvloedig geef ik u
Overvloedig geef Ik u;
zoals de Vader Mij zond, zo zend Ik u.
Ga en deel mijn liefde uit;
vrede zij u.
Zegen
LB 428 Overvloedig geef ik u
Overvloedig geef Ik u;
zoals de Vader Mij zond, zo zend Ik u.
Ga en deel mijn liefde uit;
vrede zij u.
Geven:
maak uw gift over op de rekening van de diaconie van een van beide kerken.
de Rank: NL 81 RABO 0157 6741 34
Goede Herderkerk: NL 70 RABO 0159 1200 20
