Kerkdienst 26 juli
Liturgie 26 juli 2020.
Voorganger ds Dennis vd Zee.
Deze dienst wordt live uitgezonden via Youtube en de kerkradio.
Ga naar NGKV op youtube Ga naar de kerkradio
Welkom
Stil gebed + Votum en Groet
Zingen: Opwekking 70 Heer onze God, hoe heerlijk is Uw Naam
(Joost en Anton)
Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam,
die U ons noemt door sterren, zon en maan.
Hemel en aarde spreken wijd en zijd,
tonen het wonder van uw heerlijkheid.
Heer, onze God, die aard’ en hemel schiep,
zeeën en land met macht te voorschijn riep.
Wat zijn wij, mensen, dat U aan ons denkt
en ons uw heerlijkheid en luister schenkt?
U komt ons, Heer, in Christus tegemoet.
U geeft ons, Heer, verlossing door zijn bloed.
U roept ons, mensen, in uw heerlijkheid:
leven om Jezus’ wil in eeuwigheid!
Daarom zal, Heer, ons lied een loflied zijn,
dat in ons zingt met eindeloos refrein.
Prijzend uw liefde, heffen wij het aan:
Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam!
Leefregel: Exodus 20:1-17 NBV
1 Toen sprak God deze woorden:
2‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.
3 Vereer naast mij geen andere goden.
4 Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde.
5 Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten;
6 maar als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht.
7 Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan.
8 Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag.
9 Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten,
10 maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen.
11 Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaard.
12 Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal.
13 Pleeg geen moord.
14 Pleeg geen overspel.
15 Steel niet.
16 Leg over een ander geen vals getuigenis af.
17 Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.’
Zingen: Psalm 25 Liedboek: Here maak mij Uwe wegen (Joost en Anton)
Psalm 25 Liedboek
2 Here, maak mij uwe wegen
door uw Woord en Geest bekend;
leer mij, hoe die zijn gelegen
en waarheen G’ uw treden wendt;
leid mij in uw rechte leer,
laat mij trouw uw wet betrachten,
want Gij zijt mijn heil o Heer,
‘k blijf U al den dag verwachten.
7 Gods verborgen omgang vinden
zielen waar zijn vrees in woont;
‘t heil’geheim wordt aan zijn vrinden
naar zijn vreeverbond getoond,
d’ Ogen houdt mijn stil gemoed
opwaarts, om op God te letten:
Hij, die trouw is, zal mijn voet
voeren uit der bozen netten.
Gebed om verlichting
Kindermoment + Kinderlied https://www.youtube.com/watch?v=B-1u11x3NNc
Schriftlezing 2 Koningen 5
De genezing van Naäman
1 Naäman, de bevelhebber van het Aramese leger, stond bij zijn koning in hoog aanzien en werd zeer door hem gewaardeerd, want de HEER had hem voor Aram een grote overwinning laten behalen. Maar deze grote krijgsman leed aan huidvraat.
2 Nu hadden de Arameeërs op een van hun strooptochten uit Israël een jong meisje meegevoerd, dat als slavin diende bij de vrouw van Naäman.
3 Zij zei tegen haar meesteres: ‘Ach, kon mijn meester maar eens naar de profeet in Samaria gaan, die zou hem wel genezen.’
4 Naäman ging naar zijn koning en vertelde hem wat het meisje uit Israël had gezegd.
5 Daarop zei de koning van Aram: ‘Ga erheen. Ik zal u een brief meegeven voor de koning van Israël.’ Naäman ging op weg, met tien talent zilver bij zich, zesduizend sjekel goud en tien stel kleren.
6 In de brief die hij aan de koning van Israël overhandigde, stond het volgende: ‘Met deze brief stuur ik mijn dienaar Naäman naar u toe, om door u van zijn huidvraat te worden genezen.’
7 Zodra de koning van Israël de brief gelezen had, scheurde hij zijn kleren en riep uit: ‘Ben ik soms een god, dat ik kan beschikken over leven of dood? Hij stuurt mij deze man om hem van zijn huidvraat te genezen. Let op mijn woorden: hij is uit op een conflict met mij!’
8 Toen de godsman Elisa hoorde dat de koning van Israël zijn kleren had gescheurd, liet hij hem vragen: ‘Waarom hebt u uw kleren gescheurd? Laat die man bij mij komen, dan zal hij merken dat er in Israël een echte profeet woont.’
9 Naäman reed met zijn strijdwagen naar het huis van Elisa.
10 Elisa stuurde iemand naar buiten om hem te zeggen: ‘Baad u zevenmaal in de Jordaan, dan zal uw huid weer gezond worden en zult u weer rein zijn.’
11 Kwaad ging Naäman weg. ‘Ik had gedacht dat hij zelf naar buiten zou komen,’ zei hij. ‘En dat hij de naam van de HEER, zijn God, zou aanroepen en met zijn hand over de aangetaste plek zou strijken, en zo de huidvraat zou wegnemen.
12 Zijn de rivieren van Damascus, de Abana en de Parpar, soms niet beter dan alle wateren in Israël? Had ik me daarin niet kunnen baden om rein te worden?’ Verontwaardigd draaide hij zich om en ging weg.
13 Maar zijn bedienden kwamen hem achterna en zeiden: ‘Maar overste, als de profeet u een ingewikkelde opdracht had gegeven, had u die toch ook uitgevoerd? Dus nu hij tegen u zegt: “Baad u, en u zult weer rein worden,” moet u dat zeker doen.’
14 Hierop daalde Naäman af naar de Jordaan en dompelde zich daar zevenmaal onder, zoals de godsman had gezegd. Zijn huid werd weer gezond, zo gaaf als de huid van een kind, en hij was weer rein.
15 Toen keerde hij met zijn hele gevolg naar Elisa terug, maakte bij de godsman zijn opwachting en zei: ‘Ik wist wel dat er behalve in Israël in de hele wereld geen god is. Alstublieft, neemt u een geschenk van uw dienaar aan.’
16 Maar Elisa antwoordde: ‘Zo waar de HEER, in wiens dienst ik sta, leeft, ik zal niets aannemen.’ En hoe Naäman ook aandrong, Elisa bleef weigeren.
17 Toen zei Naäman: ‘Als u werkelijk niets van uw dienaar wilt aannemen, wees dan zo goed mij twee muildierlasten aarde mee te geven. Ik verzeker u dat ik nooit meer offers zal brengen aan andere goden dan de HEER.
18 Maar ik hoop dat de HEER mij het volgende zal willen vergeven: wanneer mijn vorst naar de tempel gaat om zich voor Rimmon neer te buigen, steunt hij altijd op mijn arm, zodat ik wel gedwongen ben me ook in de tempel van Rimmon neer te buigen. Ik hoop dus dat de HEER het mij zal willen vergeven wanneer ik me neerbuig in de tempel van Rimmon.’
19Elisa antwoordde: ‘Ga in vrede.’ Naäman was nog niet zo lang vertrokken,
20 toen Elisa’s knecht Gechazi bedacht: Mijn meester heeft de Arameeër Naäman voor het hoofd gestoten door het geschenk dat hij voor hem had meegebracht te weigeren. Zo waar de HEER leeft, ik ga hem zo snel mogelijk achterna om iets van hem aan te nemen.
21 Gechazi ging Naäman achterna, en toen Naäman hem zag komen aanrennen, sprong hij van zijn wagen en snelde hem tegemoet. ‘Is alles in orde?’ vroeg hij.
22 ‘Ja,’ antwoordde Gechazi. ‘Alleen, mijn meester laat zeggen dat er zojuist twee jongemannen uit het bergland van Efraïm zijn aangekomen, leerlingen van de profetengemeenschap, en hij verzoekt u hun een talent zilver en twee stel kleren te geven.’
23 ‘Met alle genoegen,’ antwoordde Naäman. ‘Neemt u toch twee talent.’ Hij stond erop dat Gechazi het geschenk zou aannemen en hij maakte twee pakketten, met in elk een talent zilver en een stel kleren, en gaf die aan twee van zijn knechten om ze voor Gechazi te dragen.
24 Toen ze bij de stadswal aankwamen, nam Gechazi de pakketten van hen over en stuurde hij hen weg. De geschenken verborg hij in huis.
25 Toen hij zich weer bij zijn meester meldde, vroeg Elisa: ‘Waar ben je geweest, Gechazi?’ ‘Ik? Nergens,’ antwoordde hij.
26 Toen zei Elisa: ‘Dacht je dat het me ontgaan was dat een zeker iemand van zijn wagen is gesprongen en jou tegemoet is gesneld? Is dit de manier om aan zilver te komen, aan kleren, olijfgaarden en wijngaarden, en aan vee en slaven en slavinnen?
27 Moge de huidvraat van Naäman voor eeuwig op jou en je nakomelingen overgaan!’ Gechazi verliet zijn meester, zijn huid schilferig en wit als sneeuw.
Opwekking 389 Create in me a clean heart
(Dirk Jan en Gery)
Create in me a clean heart, o God )
and renew a right spirit within me. )2x
Cast me not away
from thy presence, o Lord
and take not thy Holy Spirit from me.
Restore unto me the joy of thy salvation
and renew a right spirit within me.
Verkondiging
Zingen: Opwekking 369 Door Uw genade Vader
(Band)
Door uw genade, Vader,
mogen wij hier binnengaan.
Niet door rechtvaardige daden,
maar door het bloed van het Lam.
U roept ons in uw nabijheid
en dankzij uw Zoon;
dankzij het bloed dat ons vrijpleit,
komen wij voor uw troon. (2x)
Nooit konden wij zonder zonde )
voor U staan. )2x
Maar in uw Zoon zijn wij schoon )
door het bloed van het Lam. )
Mededelingen
Dankgebed en voorbede
Geven
maak uw gift over op de rekening van de diaconie van een van beide kerken.
de Rank: NL 81 RABO 0157 6741 34
Goede Herderkerk: NL 70 RABO 0159 1200 20
Zingen: NLB 575 vers 1 en 6 Jezus leven van ons leven
(LvK 182)
1 Jezus, leven van ons leven,
Jezus, dood van onze dood,
Gij hebt U voor ons gegeven,
Gij neemt op U angst en nood,
Gij moet sterven aan uw lijden
om ons leven te bevrijden.
Duizend, duizendmaal, o Heer,
zij U daarvoor dank en eer.
6 Dank zij U, o Heer des levens,
die de dood zijt doorgegaan,
die Uzelf ons hebt gegeven
ons in alles bijgestaan,
dank voor wat Gij hebt geleden,
in uw kruis is onze vrede.
Voor uw angst en diepe pijn
wil ik eeuwig dankbaar zijn.
Zegen